Bij het hoogspringen word er gekozen voor een flopsprong. Door hier op jonge leeftijd al mee te beginnen raken de kinderen er snel aan gewend. De beweging zal echter in delen aangeleerd worden.
Aanloop
|
Buitenste been staat altijd voor (dus oneven aantal passen) |
|
|
|
Bocht lopen en doorlopen (niet afremmen voor de lat). |
Loopvormen |
Afzet
|
Met 1 been afzetten (zowel links als rechts oefenen) |
Springvormen |
|
|
Knie-inzet |
Met je knie iets aantikken |
|
Zweeffase
|
Holle rug/ Bekken kantelen |
Schouderbruggetjes maken Limbodansen |
Landing
|
Dood hondje |
Standsprongen over de lat |
Dode hond |
|
Benen doorklappen over je heen |
Standsprongen over de lat |
|