Leg de startblokken op een zachte ondergrond, bijvoorbeeld gras.
Zet de beide startblokken op gelijke hoogte. Normaal is het 2 en 3 voetjes. Nu zet je ze beide op ongeveer 2 voetjes.
Laat de kinderen ervaren hoe het is om goed af te zetten tegen de startblokken door ze uit de startblokken te laten springen wanneer ze wegstarten. De zachte ondergrond is om te zorgen dat het niet erg is om te vallen en zo de beweging te kunnen overdrijven.